Je komt met een vraag of een thema, je wilt weten wat er speelt. Na een kort gesprek beginnen we aan de opstelling: personen of thema’s die bij jouw vraag horen, krijgen een plek in de ruimte. Dat kan met mensen zijn, de representanten, of met matjes of andere voorwerpen. Deze uitbeelding van de plekken geeft vaak al belangrijke informatie.
Wie op deze plekken gaat staan, kan ervaren wat daar thuishoort, bijvoorbeeld spanning of ontspanning, zwakte of kracht. Er ontstaat een veld waarin is te voelen wat er speelt op de verschillende posities en in de samenhang.
Als vraagsteller kijk je van buitenaf naar de opstelling, tegelijk ervaar je wat daar gebeurt van binnen. Soms voelen mensen in hun lichaam een reactie, of komt er een emotie op. Meestal kom je ook zelf in de opstelling te staan, op je eigen plek.
Een opstelling wordt vaak gedaan in een groep, met de groepsleden als representant. In mijn praktijk ontvang ik mensen meestal individueel, met z’n tweeën of in een vertrouwd groepje. De verschillende representantentaken neem ik dan op me.
Wat is er uniek aan deze methode?
De focus gaat naar het hele systeem in plaats van naar jezelf. We zoomen uit naar het grotere geheel waar jouw plek onderdeel van uitmaakt. Alleen dat al is voor veel mensen een opluchting: 'O kijk, nu begrijp ik waarom ik daar steeds zo mee worstel, het is veel groter dan ik!'
Een opstelling heeft vooral de kernvraag van de cliënt nodig, niet alle gebeurtenissen tot in detail.
Een opstellingssessie is eenmalig. Deze kan weken tot maanden doorwerken, je oogst al die tijd de effecten. Als iemand nog een keer komt, is dat meestal een tijd later, met een nieuwe vraag.